Via Setup → Leveranciers is het menu leveranciersinstellingen beschikbaar.
Leveranciersinstellingen worden gebruikt om standaard instellingen toe te voegen aan een bepaalde leverancier. Zo kan een standaard easy route worden toegewezen die bij het inlezen meteen wordt toegevoegd. Deze kan dan uiteraard nog altijd worden overgeschreven/verwijderd, zodat een andere route gehanteerd wordt.
Klik op
om nieuwe instellingen toe te voegen.Voor instellingen zijn momenteel drie tabs beschikbaar: algemeen, AP Automation en Procurement.
Tabblad Algemeen
Veld | Functie |
---|---|
Bedrijf | Het bedrijf waar deze leverancier in beschikbaar is. |
Leverancier |
De leverancier, deze komen uit het ERP-systeem. Er kan gezocht worden op een leverancier. Door één keer op spatie te drukken krijgt u een (afgekorte) lijst van beschikbare leveranciers. |
Standaard Valuta | De standaard valuta van de leverancier. |
Kamer van Koophandel |
Het KVK nummer van de leverancier. Let op: als het ERP al een KVK nummer aanlevert heeft deze voorrang, indien het KVK nummer niet gevuld is wordt het nummer overgenomen vanuit de leveranciers instellingen. |
GLN | Het 'Global Location Number' van de leverancier. |
Zoekcode | De zoekcode van de leverancier. |
Logo | Eventueel kan er een plaatje worden toegevoegd als logo van de leverancier. |
Actief | Hiermee kan de leverancier geactiveerd worden in het gekozen bedrijf. |
Tabblad AP Automation
Veld | Functie |
---|---|
Factuur route | Hiermee kan een standaard simpele route worden aangewezen als deze leverancier wordt herkend. |
Automatisch matchen | Automatisch matchen voor de leverancier aan- of uitzetten. |
*Automatisch coderen |
Automatisch coderen voor de leverancier aan- of uitzetten. Let op: automatisch coderen kan alleen worden uitgevoerd wanneer er minimaal en maximaal één codeertemplate aanwezig is voor de betreffende leverancier. Wanneer er een herkenningsfout plaatsvindt, zal er een handmatige controle moeten worden uitgevoerd op de betreffende factuur. *Let op: deze functionaliteit kan worden geactiveerd middels aanvullende configuratie en betreft mogelijk extra kosten. Indien u deze functionaliteit wenst kunt u hiervoor een change request indienen bij onze support afdeling. De support afdeling zal de aanpassing beoordelen en een kostenraming met u delen. |
Wacht op goederen | Hier kan een aantal worden ingevuld die aanduidt op hoeveel goederen er standaard gewacht wordt. |
Vrachtkosten codeerregel | Hiermee kan de vrachtkosten codeerregel automatisch worden ingevuld. |
Bestelkosten codeerregel | Hiermee kan de bestelkosten codeerregel automatisch worden ingevuld. |
Bedrag 1 codeerregel | Hiermee kan de bedrag codeerregel automatisch worden ingevuld. |
*Standaard BTW Groep of Standaard basisland |
Hiermee kan de standaard BTW groep of het standaard basisland worden ingevuld. *Deze functionaliteit kan afwijken per ERP systeem, en is niet voor ieder ERP systeem beschikbaar. |
Standaard BTW |
Hiermee kan de standaard BTW worden ingevuld. Let op: deze instelling wordt gebruikt indien er vanuit eerdere stappen in het ontvangen van de factuur, verwerken van de factuur of ergens anders in het proces de BTW niet bepaald kan worden. Deze instelling overschrijft daarmee ook geen andere instellingen. |
Standaard controleurs | Hiermee kan een standaard controleur worden ingesteld. |
Gebruik betaaltermijn van inkooporder | Hiermee kan de betaaltermijn van de inkooporder in Procurement automatisch worden ingevuld. |
Custom velden | Er kunnen meerdere custom velden worden toegevoegd op basis van de gewenste extra velden. |
Zie: Additionele kostenregels en Codeerregels voor meer informatie over codeerregels.
Tabblad Procurement
Functies Velden
Veld | Functie |
---|---|
Blokkeer leverancier voor vrije aanvraag | Hiermee kan een leverancier worden uitgesloten voor een vrije aanvraag in Procurement. Wanneer ingeschakeld is het niet mogelijk om bij de betreffende leverancier een bestelling te plaatsen via een vrije aanvraag. |
Inkoopverzoek route | Hiermee kan een standaard route worden opgegeven wanneer er een inkoopverzoek voor deze leverancier wordt aangemaakt. |
Inkooporder route | Hiermee kan een standaard route worden opgegeven wanneer er een inkooporder voor deze leverancier wordt aangemaakt. |
Automatisch bestellen | Wanneer ingeschakeld worden aanvragen die via deze leverancier zijn aangemaakt, automatisch omgezet in bestellingen. Hiermee wordt het goedkeuringsproces overgeslagen. |
Artikelgroep | Hiermee kan een standaard artikelgroep worden opgegeven wanneer er een bestelling wordt gedaan bij deze leverancier. De detail codering is onder andere afhankelijk van de artikelgroep. |
Dit is het e-mailadres dat wordt gebruikt voor meldingen en bevestigingen aan de leverancier. Als er bijvoorbeeld een bestelling is aangemaakt, wordt de bevestiging naar dit e-mailadres verzonden, zodat zij deze vanaf hun kant kunnen ophalen.
|
|
OCI Actief | Hiermee wordt aangegeven of de schakel tussen de OCI aanstaat of niet. Wanneer deze instelling op actief is gezet worden andere velden omtrent de OCI verplicht. |
Webwinkel URL | De URL de wordt gebruikt om de webwinkel te starten. |
Parameter Gebruikersnaam |
Dit is de parameter die wordt gebruikt voor de gebruikersnaam. De corresponderende leverancier moet de juiste parameter kunnen leveren. Verschillende voorbeelden zijn:
|
Gebruikersnaam | De gebruikersnaam om mee in te loggen in de OCI webwinkel. |
Parameter Wachtwoord | De naam of het wachtwoord dat is beschreven in de OCI webwinkel documentatie. |
Wachtwoord | Het wachtwoord dat gebruikt wordt om in te loggen in de OCI webwinkel. Deze instelling maakt gebruik van een wachtwoord model wanneer het wordt aangepast in de bestaande vendorsettings. |
Parameter Hook URL | De naam van de Hook URL parameters die zijn beschreven in de OCI webshop documentatie. |
Levertijd (dagen) | Verwachte levertijd in dagen wanneer er geen levertijd informatie beschikbaar of bekend is via de OCI. |
Fieldmapping |
De mapping dat gebruikt wordt om de webshop items om te zetten naar requestline fields. Het volgende format wordt gebruikt voor elk veld. Elk op een nieuwe regel: OCI_FIELD#isprequestlinefield isprequestlinefield:
|
Materiaalgroep Mapping |
Materiaalgroep Mapping Materiaalgroep dan een hashtag (#) gevolgd door de code van de artikelgroep: OCI_MATERIALGROUP#item_category_code Als u meer dan één toewijzing wilt maken, gebruikt u een nieuwe regel. Bijvoorbeeld: activa#AS
|
Maateenheid mapping |
Maateenheid mapping wordt gebruikt om een eenheid in kaart te brengen die de webshop terugstuurt naar een eenheid die bekend is in ISPnext. Maateenheden in ISPnext kunnen afwijken van de eenheden die in de webshop worden gebruikt. Door een maateenheid mapping aan te maken koppel je een omschrijving die de webshop gebruikt en hoort bij een specifieke maateenheid in ISPnext. Een maateenheid mapping wordt gemaakt door gebruik te maken van wat de webshop verzendt en vervolgens een hashtag (#) gevolgd door de code van de maateenheid in ISPnext. Dit gebruikt het volgende formaat voor elk veld, elk op een nieuwe regel: OCI_unit#unit_of_measure_code Als u meer dan één toewijzing wilt maken, gebruikt u een nieuwe rij. Bijvoorbeeld:
|
URL parameter |
De mapping die gebruikt wordt om webwinkel identificaties om te zetten naar ISPnext identificaties om ervoor te zorgen dat het kan worden toegevoegd aan de webwinkel voor unieke identificatie. Het volgende format wordt gebruikt voor elk veld. Elk op een nieuwe regel: Altijd in deze volgorde: De identificaties worden toegevoegd aan de webwinkel URL. Belangrijk om te weten dat dit tot fouten kan leiden wanneer de webwinkel identificatie niet wordt herkend. Daardoor wordt aangeraden alleen bestaande identificaties te gebruiken zoals gebruikers email en gebruikers (ERP) ID. |
cXML Mapping |
De cXML mapping kan geconfigureerd worden door middel van het schrijven van een # opvolgend met vaste waarde. Deze toevoeging zorgt ervoor dat de kop tags juist geconfigureerd zijn met een webshop bestelling. cXML Mapping toevoegen De volgende velden kunnen worden gebruikt voor de cXML mapping: FromDomain#<value>
*<value> can be value
Situaties: Één of meerdere waarden leeglaten: Indien een specifieke waarde vanuit een veld wordt leeggelaten blijft het veld leeg. Veld niet toevoegen: De huidige/standaard situatie wordt aangehouden voor dat veld. Geen velden gebruiken: De huidige/ standaard situatie wordt aangehouden voor alle velden die in de huidige/standaard situatie beschikbaar zijn. |